Volkskunde van Curacao, Aruba en Bonaire

Paul Brenneker

Brua


Door: Paul Brenneker  | Publicatiedatum: SAMBUMBU Deel 3
Brua


Hier volgen enkele brua-verhalen, wier historiciteit natuurlijk geheel voor reke­ning van de vertellers komt.

‘Eens vloog er een ckuchubi pretu door de rechtszaal, het ene raam in, het andere uit. De vogel bracht de rechter in de war. Hij kwam zozeer onder de indruk, dat hij voor het zware misdrijf, dat werd behandeld, een heel matige straf gaf’.

‘Waarom zou je aan brua doen?’ vraagt een jonge vrouw. ‘Bij moeilijk­heden wierook je je huis, en bid je wat. Dat is toch veel beter!’

‘Een bekende bruamaker van Sabaneta, Pa Colá, heeft een vergif klaargemaakt in wat carabobo, dat bestemd was voor een zekere Broe, die een tweelingskind was, en veel mensen ziek maakte. Het vergif kwam hard aan. Broe kreeg wonden over heel zijn lijf, en wormen kropen eruit. Heel de kamer moest met carboleum wor­den schoongemaakt. Hij stierf ervan, maar niemand wilde hem kisten, daar zijn lichaam geheel bedorven was en een af­schuwelijke stank verspreidde. Tenslotte hebben ze hem met schoppen opgeheven en in de kist gelegd’.

‘Een bruamaakster woonde dichtbij de stad. Ze danste met de Almasola, die zij Dzjindzjín noemde. Ze had een meisje in huis, dat buiten verklapte, wat er zich in huis afspeelde. Dit kind is plotseling ver­dwenen, er is nooit meer iets van gehoord. Een vrouw, die eens langs haar huis wandelde, zag opeens een reuzenkrab, wel zo groot als een zeeschildpad. De bruavrouw kwam haastig naar buiten, omdat die vrouw een gil gaf. Zij kalmeerde haar, noemde de krab bij haar naam, en het dier kwam naar haar toe. Ze omhelsde het, en drukte het tegen haar aan’.

Een jongeman leefde samen met een meisje, dat nogal geheimzinnig deed. Iedere dinsdag- en donderdagavond moest de dame naar een bruaman. De jongeman vertrouwde dit niet, brak op zo’n avond in, en trof haar aan bij een tafeltje vol kaarsen. Het liep op een vechtpartij uit.

Er liep hier een Haitiaan rond met een klein spiegeltje op zak. Hij kon de toe­komst zien door aandachtig in het spiegel­tje te kijken, en verdiende daarmee geld.
 
Heel resoluut verklaarde een wijze oude vrouw: ‘Pastoors weten niets van brua af; al die bruamakers gaan gewoon naar de kerk, te biecht en te communie’.
‘Eens deden ze brua voor een pastoor. Voor de ingang van de kerk werd tover­water uitgegoten. Degene die erin trapte was niet de pastoor, maar de meid, die de kerk opendeed. Kort daarop werd de meid krankzinnig en moest naar Monte Cristo. En later werd de pastoor ziek aan zijn been’. En zelfs van een bisschop, die zijn been brak bij het uitstappen uit zijn auto, beweert men, dat een bekende bruavrouw dit ongeluk veroorzaakt heeft’.

‘De beruchte bruamaker Ipi Mancu heeft eens in de gevangenis gezeten. Iedere avond echter was hij thuis. Zijn vrouw ging zich hierover beklagen bij de politie, maar deze beweerde, dat de gevangenen iedere avond geteld en gecontroleerd werden. Wel zagen sommigen ’s avonds een krab door de poort kruipen. De vrouw wist toen genoeg: Ipi veranderde zich in een krab om te ontsnappen’.
De godslampolie van de kerk van Santa Familia is lange tijd regelmatig afgetapt om het uit te gieten voor de deur van een vijand.

Een familie vond een vers graf van een der hunnen geheel omgeven met een krans van lamoentjes, die kruiselings waren ingesneden. Alles werd verwijderd, maar een paar dagen later lag er een krans van sigarettenpeukjes omheen. Meer dan eens vindt men enkele losse centen voor of op een graf.

Iemand die niet goed behandeld was door zijn pastoor, strooide poeder vanaf de …

Om de volledige tekst te kunnen lezen dient u een gratis account aan te maken.