Volkskunde van Curacao, Aruba en Bonaire

Paul Brenneker

Kleding


Door: Paul Brenneker  | Publicatiedatum: SAMBUMBU Deel 10
Wonen


‘Oudtijds droeg de man sambarcu’s onder het werk en voor de rest van de dag alpargata’s, ook als hij door de week een vriend bezocht, zelfs als hij door de week een keer naar de kerk ging. Op grote feestdagen deed hij schoenen aan om naar de kerk te gaan. Was de eigenaar van een plantage overleden, dan droegen de mannen, die dat hadden, een hoge hoed en een pandjesjas en hielden een stok in de hand; zo ook bij het trouwen.’ (B1034)
 
‘Als kleren veel spikkeltjes krijgen, piespies of reenboog, dan moet je ze een tijdlang in melk zetten.’ (B868)
 
‘De vrucht van cabuja di tranké liet men samen met watapanapeultjes trekken en kreeg dan een zwarte kleurstof die men gebruikte om vrouwen- en kinderkleding een tint te geven.’
 
Een pandjesjas wordt spottend bachi di corta puja genoemd, jas die de winden afsnijdt.
 
Als het vroeger flink regende, gingen jongens en meisjes enkel gekleed in een jutezak in de stromen regenwater baden.
 
In vuile was vindt men wel eens honden- en rattenvlooien.
 
De vuilste was werd gedaan op een grote platte steen, je sloeg de was met een stok van pitchpine, waarvan het bovenste deel plat was en het onderste smal en rond om hem vast te houden.
 
Op Koronet had Tijn Bos een koraal met een put waar je de was mocht komen doen voor een cent.
 
‘Om de was te bleken maakte men perkjes van koraalsteen; ook deed men het aan het strand en liet de kleren daar de hele nacht liggen.’ (B733)
 
Arme mensen maakten vroeger zelf stijfsel voor de was. Ze legden een schijf van de kadushicactus in het water; de slijm die daaruit loopt mengt zich met het water en dat was hun stijfsel.
 
Vlekken krijg je uit kleren door er met een propje djodjoliblaadjes of die van jerba stinki over te wrijven. ‘Om een roestvlek uit witte kleren te verwijderen moet je de vlek inwrijven met een half lamoentje en er zout op strooien, dan in de zon leggen en zo nu en dan nat maken.’ (B865)
 
‘Schroeivlekken veroorzaakt door de rand van het strijkijzer kun je eruit krijgen. Was het goed niet, maar steek er een paar naalden in en leg het in de zon, zo nu en dan wat nat maken. Na drie of vier uur zijn de vlekken weg.’ (B866)
 
‘Op Aruba staken we hout aan op een oude deksel en zetten de strijkijzers aan beide zijden rechtop, drie links en drie rechts. Je nam telkens een ijzer, wreef dat op de grond om het roet te verwijderen, daarna even op een oude doek en dan strijken.’
 
‘Ik was strijkster bij de zusters op Zaquitó en verdiende een gulden per dag.’
 
‘De Guairi-riem is gevlochten van de vislijn en kwam aanvankelijk uit Venezuela, maar werd later in de gevangenis gemaakt en vooral gekocht door klipwerkers.’ (B1186)
 
‘Mannen gebruiken een band, gemaakt van goed van foenchizakken, vijf vingers breed en genaaid met de draad van de zak. Ze bonden hem om het middel om sterkte te geven aan de rug en konden dan zonder rugpijn zware lasten versjouwen en ander zwaar werk verrichten.’ (B1618)
 
Zodra een vrouw was getrouwd, droeg zij langere rokken. Een publieke vrouw was herkenbaar aan een rode hoofddoek met een strik van voren. Een vrouw die in de stad rondliep zonder hoofdbedekking en zonder kousen, was een straatvrouw, een shishi’ caja.
 
Een goede sambarcu behoort een leren zooltje aan de binnenkant te hebben; autoband alleen geeft een brandend gevoel als …

Om de volledige tekst te kunnen lezen dient u een gratis account aan te maken.