Volkskunde van Curacao, Aruba en Bonaire

Paul Brenneker

Feest


Door: Paul Brenneker  | Publicatiedatum: SAMBUMBU Deel 1
Feesten


Begint een feest om acht uur, dan moet je niet voor half negen verschijnen, anders zou  je te kennen geven: Laat ik erbij wezen voor het geval ze niet genoeg hebben. Wie laat komt geeft te kennen: Ze hebben zeker onbeperkt veel, daarover hoeft niemand zich zorg te maken; het zijn geen gierigaards. Het is usance iedere gast wat cake en snoep mee te geven, mooi in een papiertje gewikkeld.

De verjaardag werd vroeger totaal niet gevierd en op de knoek meestal nog niet. Men feliciteert elkaar niet eens. Oude mensen weten soms hun leeftijd niet of slechts bij benadering. Op de vrijheidsbrieven, die bij de emancipatie werden uitgereikt, kon men óf de leeftijd invullen, óf ‘naar gissing ... oud’.

Op Bandabao werd een man honderd jaar en men bereidde een groot feest voor. ’s Mans papieren echter waren verloren gegaan, zodat men niet helemaal zeker was van zijn juiste leeftijd. De oude man zelf was de enige, die zich tegen het feest verzette. Want nog niet zo lang geleden had men feest gevierd om een andere honderdjarige, iemand die wel papieren bezat, ‘en die heb ik nog als kind in mijn zij gedragen; dus ik ben over de honderd.’ Hij bleef halsstarrig weigeren. Drie dagen later stierf hij.

De oudejaarsviering begint bij de meeste mensen in de kerk. De pastoor houdt een plechtigheid met jaaroverzicht en preek, ononderbroken begeleid door het knallen van klappertjes, die buiten worden afgestoken.

Bij het schoonmaken thuis hoort ook, dat de vader aan een zoon die hij vertrouwt, een tientje geeft, of zelfs een briefje van 25. Voor het twaalf uur is, komt de zoon het briefje terugbrengen en heel de familie verheugt zich over de rechtvaardigheidszin die in huis heerst. Een goed teken voor het komende jaar. Bij het bewieroken van het huis springt men over het wierookstelletje heen, dat brengt geluk. En als de hoeken worden uitgerookt, is het goed in iedere hoek wat te bidden. Tegenwoordig wordt wierook ook wel vervangen door rubber.

Wie iets roods heeft, kleedt zich in het rood, of doet iets roods aan. Want rood weert ongeluk, cora ta kita faku.

In de stad dromt men tegen twaalven op het Brionplein, voor het huis van de bisschop, samen. Vanaf het begin van deze eeuw is het namelijk gewoonte, dat de bisschop van het balkon de zegen geeft, zodra het nieuwe jaar is aangebroken. Het is er reuze gezellig en vooral lawaaierig. Velen hebben zich wat raars aangedoedeld, bij voorkeur iets roods. Opgeschoten jongens gooien telkens voetzoekers en donderbussen tussen de mensen. Bij het schot knielt men neer, ontvangt de zegen en roept en schreeuwt. Onmiddellijk daarna stroomt heel het plein leeg. Vroeger zag men omtrent het schot enkele mensen met kleren en al in het water springen. Dat waren er die een kwaad jaar achter de rug hadden en alle narigheid wilden afspoelen om helemaal schoon een nieuw te beginnen. Te veel olie en teer op het water weerhoudt de meesten tegenwoordig ervan.
De oud-en-nieuwviering is een van de weinige feesten, waaraan sinds mensenheugenis heel de bevolking deelnam en nu nog deelneemt. Zelfs waren er slavenheren van grote plantages, die voor oudejaarsavond een uitzondering maakten en de slaven rum verstrekten om vrolijk feest te vieren.
Behalve in de stad en de naaste omgeving wordt deze avond thuis doorgebracht.

Alles wordt opgeruimd, heel het huis wordt terdege geveegd, gedweild en daarna uitgerookt met wierook. Uitroken is altijd al een reinigingsmiddel geweest op deze eilanden; uitroken met wierook geeft er een sacraal reukje aan en kan geen kwaad. Voor twaalf uur heeft …

Om de volledige tekst te kunnen lezen dient u een gratis account aan te maken.