Door: Paul Brenneker
| Publicatiedatum: SAMBUMBU Deel 5
Katholieken
Men is van mening, dat een alleenwonende nette dame geen Antoniusbeeld in huis mag hebben, want Antonius trekt mannen. Gedurende een lele-Toni viering wordt hij bezongen, en in deze zang herinnert men hem heel duidelijk aan de fout, die hij heeft begaan: Toni, e jiu n’ta bo jiu!? Toon, is dat niet jouw eigen kind!?
Een oude zeeman gaf in vierkante bewoordingen een relaas over de wijze, waarop hij en de zijnen onderweg Antonius vereerden: ‘Ik doe niet aan geluksmiddeltjes; allemaal onzin. Sint Antonius is mijn geluk. Bij erg ruwe zee scholden wij hem de huid vol, we gaven hem een pak slaag, en we wasten hem met rum.’
Op Bandariba werd kort geleden een stevig Antoniusfeest gehouden. De hele nacht door, tot half drie werd er gedanst, gezongen, gebeden en gedronken. Het petieterig kleine beeldje viel weg door de overdadige versiering, die bestond uit: bacoba, banana, een bokkum, ananas, een worst, een varkensstaart, een zakje foenchimeel, giambo, gebakken vis, promente, sigaartjes, komkomber di salada, granaatappel, kenepavruchten met groen, brood, makapruim, tomaten, laraha, berehein, rum, en een achturen kaars.
Een model voor heiligenverering was dit feest bepaald niet.
De zijpaden van de heiligenverering zijn talloos. Sint Elías, de Baron van het Kerkhof, haalt een weggelopen man terug. Maar je moet er een avondje voor opblijven, pinda’s en bonen eten, en dan precies om twaalf uur om hulp vragen.
Voor het beeld van Sint Elias wordt een glaasje rum gezet, ondersteboven op een schoteltje. Het raakt gauw op. Men zegt dat die heilige van een stevige borrel houdt.
San Onofre, een woestijnheilige, wordt geknield afgebeeld, slechts met een lendedoek gekleed. Een ruige verschijning. Hij wordt vereerd en gevreesd; en aangeroepen bij brand. Ook gebrekkigen vereren hem.
Een vrouw had weinig succes met haar verering van San Marco met de Leeuw. De buurvrouw ontdekte de fout: de prent waarvoor zij kaarsjes brandde, toonde een leeuw met opgeheven kop, dus een ongetemde leeuw. Prompt kocht de vereerdster een andere prent, waarop de leeuw zijn kop omlaag hield.
San Cono, wellicht een heilige die nooit heeft bestaan, is de patroon van geluksmiddeltjes en amuletten. Hij wordt afgebeeld als een zwierige jeugdige heilige met een scapulier stikvol zakjes, sleuteltjes, medaljes en al wat geluk brengt en ongeluk afweert.
Het heldere water, waarmee Santa Clara wordt versierd, moet iedere woensdag worden weggegooid, en vernieuwd.
San Cipriano is een van de vele heiligen, die je van vijanden verlost, en met zijn hulp kom je er achter wie je in het geheim tegenwerken.
San Hudas Tadeo is bijzonder erkentelijk voor groene kaarsen. En om nu ook nog iets gezonds te vertellen: De heilige Michaël is patroon der rechtvaardigheid. Maar een arme man zingt in uiterste nood: De arme valt net onder de wet, San Minguel; hij kan de wet niet nakomen. (T623)
Sint Albertus de Grote, een bekende natuurkundige in zijn tijd, vereert men als patroon van de brua.
Deze ongezonde opvattingen en praktijken echter zijn zeker niet algemeen.
Een vrouw had nooit last van hoofdpijn, en schreef dat toe aan haar gewoonte om de blaadjes van bloemen die voor heiligenbeelden hebben gestaan, in haar haren te stoppen.
Bij onweer pleegt men te bidden tot de heilige Barbara zegt: ‘Heilige Barbara, gooi je bliksem in zee.’
Op de omheining van een knoek had men ergens een houten beeldje van Sint Antonius gespijkerd, om alle slechte invloeden te weren.
Een man op Bandariba bezit een Antoniusbeeld van hout, zwaar behangen met devotionalia, een hoed op en goed in de glimmende verf. Het is ongeveer …