Door: Paul Brenneker
| Publicatiedatum: SAMBUMBU Deel 10
Volkswijsheden
Twee bordjes met spreuken zie je bijzonder vaak in de huizen opgehangen: Wat je hier hoort en ziet, laat dat hier als je weggaat. En: Behandel iedereen goed maar vertrouw niemand.
‘Op een feest van alle vogels was de kip ook uitgenodigd. Ze dansten aan een stuk door, behalve de kip, die bleef heel stil zitten. Ze vroegen haar waarom alleen zij niet meedeed. Ze antwoordde: Er is niemand uit mijn omgeving. Zo is het; als er geen mensen zijn die je begrijpen, heb je geen gesprek.’ (B2225)
‘Van het verhaal van de pauw die danste kun je wat leren. Eens was de pauw aan het dansen, bijna een uur lang. Toen hij ophield, bukte hij zich en wilde niet meer dansen, omdat hij zag dat hij erg lelijke poten had.’ (B2231)
‘Het leven is de beste leermeester, het leert je: Wie vroeg aanneemt, zal laat fouten maken.’ (B2233)
Via Radio Hoyer spreekt een pater iedere dag in de landstaal een halve minuut, net op het spitsuur: na de locale berichten. Dit is al jaren zo. Er wordt veel naar geluisterd, maar niet iedereen kan zich verenigen met het ‘woordje’ dat nogal eens gepeperd is, zodat er velerlei meningen over bestaan.
Een visser: Wij hebben er plezier in, hij moet ze nog pikanter maken. Een moeder: Die man gaat veel te ver. Een huisvrouw: Zelfs op Aruba luisteren we er dagelijks naar. Een visser: Goed, maar veel te kort. Een werkman: Die pater is de grootste roddelaar van Curaçao. Een huismoeder: Die man moet wel wat in zijn hoofd hebben aan kennis dat hij zo kan praten. Vader van zeven kinderen: Soms bijt hij zonder te blazen. Meisje: Ze zijn goed, maar steken wel. Moeder: Meer roddel dan preek. Huismoeder: Sommige mensen worden er boos om, maar dan is het een schoen die hun past. Meisje: Zou die pater niet bang zijn dat ze hem iets gaan doen? Onderwijzer: Die man denkt dat de mensen begrijpen wat hij zegt. Moeder: Och, die man praat ouwe koek, hij kan beter een baan zoeken.
De titel van het dagelijkse woordje luidt: Bijten en blazen. Een muis, zo zegt men, blaast na zijn beet opdat het slachtoffer de wonde niet zozeer voelt. Dat verklaart sommige kritieken. Een man: Hij weet wel hard te bijten, maar moet beter blazen. Een schrijver: Niet iedereen is ervan gediend, maar hij moet er wel mee doorgaan. Een chauffeur: Ik mag dat wel, hij zegt precies waar het op staat. Dame: Die man moet meer beschaafd praten. Een moeder: Ik sla er niet een over, iedere middag móét ik ernaar luisteren. Boze vrouw: Die pater is een aap. Een grootmoeder: Soms zijn die praatjes goed, maar soms ai-ai-ai! Meisje: Zonder meer goed, ik mag ze allemaal. Man: Hij verdedigt altijd de vrouwen. Dienstbode: Die pater durft. Boze vrouw: Veel te grof. Getrouwde vrouw: Die pater is een man en daarom verdedigt hij de mannen, ik die getrouwd ben weet wel beter. Meisje: Soms hebben de mensen kritiek zonder goed geluisterd te hebben. Een moeder: Die pater moet ophouden met die vlegelachtigheden. Een werkman: Hij moet niet bang zijn voor kritiek, hij praat goed, hij moet in ieder geval doorgaan. Huismoeder: Ik heb veel goeds van die praatjes geleerd.
Een grootmoeder: Wie de waarheid zegt, krijgt geen stoel om te gaan zitten. Een familie: Wij lachen ieder middag, eh... dat is te zeggen niet precies iedere middag. Man: Waarom zo eventjes? Man: Die pater krijgt op die manier vijanden. Jongeman: Vrouwen moeten maar eens goed luisteren wat deze pater vertelt. Een grootvader: …