Het is als een wet van Meden en Perzen dat de vrijheid van een groot meisje aan strenge banden moet worden gelegd, terwijl de grote jongens bijna volkomen vrijheid genieten. Dat er ook vroeger tegen deze beknotting wel bezwaren zijn gemaakt, bewijst een oud liedje, waarin een jongedame zelf aan het woord is: ‘Mama wil niet, dat ik hierheen ga. Mama wil niet, dat ik daarheen ga. Mama moet mij in een glazen kastje opsluiten en dan naar een zusterklooster sturen.’ (opn. 247).
De pedagogische stelling, dat de eerste kinderjaren de belangrijkste zijn voor de vorming van een kind,… lees verder »
|