Volkskunde van Curacao, Aruba en Bonaire

Paul Brenneker

Liedteksten

Muziek
‘Boor vijf gaatjes in de stengel van een papaja en je hebt een fluit. Twee deksels van een blik, een chapi, een wiri, een papajafluit en de kalbas in blik en je hebt een orkestje dat speelt tot aan de morgen toe.’ (B1556)
 
‘Je neemt een wilde kalbas, maakt er een gat in, vult hem met water en laat er een pijpje kraaksteen aan een touwtje in zakken, zodat de kalbas blijft hangen. Aan de andere kant van het touwtje maak je een lus. Je vult een petroleumblik gedeeltelijk met water en speelt met de kalbas zo ongeveer als… lees verder »
Zang
Tonía van Karké zingt:
Kew kew totolica
bula bula bula magazen
min bisti saja ’i Ma Chichi
min bisti djekki ’i Ma Chichi
min bisti nada di Ma Chichi
com bo ’n ta juda mi pela mi cabei. (T615)

Ik heb de rok van Ma Chichi niet aan, haar jekje niet, niets van haar kleren, hoe kun je weigeren mij te helpen met haar knip­pen.

 
Een kinderlied:
Fon Télefon para na pali telefon
cu su gitara den su man
ta toca un fiesta aleman. (T618)

Fon Telefon staat bij een telefoonpaal met de gitaar in zijn hand en speelt… lees verder »
Zang
De tekst van de honderden niet vastge­legde volksliedjes moet men taalkundig niet al te puriteins bekijken. Door enkele woorden in een geheel eigen combinatie telkens te herhalen vertolken ze een idee, die voor zangers en hoorders aan duide­lijkheid niets te wensen overlaat. Voor buitenstaanders krioelen de teksten van inkonsekwenties en onvolkomenheden. De regels van een gewone grammaire zijn hier niet van toepassing.
Vertalen is dan ook vrij moeilijk; men kan vaak hoogstens de zin vrij weergeven. De componisten en dichters van deze brok volkspoësie moeten zich heerlijk vrij heb­ben gevoeld. Ritme, melodie en woorden waren voor hen middelen om ongeremd… lees verder »
Zang
Een aantal liederen, die gedeeltelijk of geheel in het GENÉ, de slaventaal, zijn gesteld.

Om Wie, een man van 84, zingt een werklied met inhoud: een tijger ontmoet een leeuw. Tjaká is tijger, bovi is leeuw.
Tjaká main bovi
djamá main bovi
bovi jetán
tjaká contra bovi
anto hou-hou. (T723)


Compa Chang Baral, 72, laat een teef aan het woord, die zegt: Ik zwerf overal rond, maar kom naar huis als ik moet werpen.
Oh zima loco desué
kabuja gang oló
oh kambra no fia mundu
mi loco ta desué
desué loco ta desué. (T890)

De derde regel… lees verder »
Zang
Curaçao is eens een dorado geweest van het volkslied. Voor elk feest werd een zanger uitgenodigd, die heel het feest aaneen zong, met bekende en geïmprovi­seerde liedjes. Uitmuntende zangers waren er bij tientallen. De mechanisatie heeft er de klad in gebracht. Grammofoonplaat en radio leverden technisch meer geperfectio­neerde zang en muziek. Men ging zich schamen voor de eigen ‘armoedige’ zang en vergat de rijkdom, die men daarmee vaarwel zei. Maar voor deze mensen be­tekent alles wat oud is, een herinnering aan armoe, vernedering en ellende. Bij gebrek aan middelen heeft men zich eens op zang toegelegd.
Voor plastische kunsten is… lees verder »